Maarten Meiners mag uiterst tevreden zijn met zijn olympisch debuut op de reuzenslalom. De eerste Nederlandse skiër op een olympisch toernooi sinds 1952 eindigde onder moeilijke omstandigheden op een knappe achttiende plek.
De weersomstandigheden in Peking hadden grote invloed op de reuzenslalom. Er viel veel sneeuw en dat zorgde voor weinig zicht. Maar liefst 33 deelnemers aan de eerste run bereikten daardoor de finish niet. Meiners startte stabiel en skiede die eerste afdaling dus wel uit, met een tijd van 1.06.03.
Odermatt was zo’n vier seconden sneller en stond op pole position voor goud. De tweede run werd door de hevige sneeuw een uur uitgesteld.
Foutjes in tweede run
Die tweede afdaling ging Meiners agressief in, maar al bovenin maakte hij een eerste foutje. Midden in de afdaling volgde een tweede misser. Het laatste gedeelte van de run besloot Meiners de schade te beperken, waardoor hij uiteindelijk met een tijd van 1:09.45 beneden kwam. Odermatt bleef in zijn tweede run foutloos en stelde zo het goud veilig.
Meiners had tijdens zijn olympische debuut niet alleen te maken met de sneeuwval. Hij kampte deze week ook nog eens met fysiek ongemak.